zondag 11 maart 2018

Zojuist zongen we weer aan het einde van de H. Mis: Attende Domine, et miserere, quia peccavimus tibi.


Attende Domine, et miserere,
quia peccavimus tibi.

Luister Heer, en wees ons genadig,
want wij hebben tegen U gezondigd.

Ad te Rex summe, omnium Redemptor,
oculos nostros sublevamus flentes:
exaudi, Christe, supplicantum preces.

Tot U, opperste Koning, Verlosser van allen,
slaan wij wenend onze ogen op:
verhoor, Christus, de beden van hen die tot U smeken.

Dextera Patris, lapis angularis,
via salutis, ianua caelestis,
ablue nostri maculas delicti

Rechterhand van de Vader, hoeksteen,
weg van het heil, poort van de hemel,
was de smetten van onze zonden af.

Rogamus, Deus, tuam maiestatem:
auribus sacris gemitus exaudi:
crimina nostra placidus indulge.

God, wij smeken uw majesteit:
verleen ons zuchten genadig gehoor:
vergeef ons goedertieren onze misdaden.

Tibi fatemur crimina admissa
contrito corde pandimus occulta:
tua Redemptor, pietas ignoscat.

U bekennen wij de bedreven fouten,
rouwmoedig belijden wij ons heimelijk kwaad:
Verlosser, schenk in uw goedheid vergiffenis.

Innocens captus, nec repugnans ductus,
testibus falsis pro impiis damnatus:
quos redemisti, tu conserva, Christe.

Onschuldig gevangen, zonder verzet weggevoerd,
veroordeeld op vals getuigenis ten gunste van zondaars:
bewaar hen, Christus, die Gij hebt verlost hebt.