maandag 1 augustus 2022

2 augustus H. Eusebius van Vercelli, bisschop

Eusebius werd in het begin van de vierde eeuw op Sardinië geboren. In Rome trad hij toe tot de geestelijke stand en werd in 345 gekozen tot eerste bisschop van Vercelli. Door zijn prediking verbreidde hij het geloof en was hij de grondlegger van het kloosterleven in zijn bisdom. Door keizer Constantius werd hij omwille van het geloof verbannen. Na veel lijden keerde hij in zijn stad terug, waar hij al zijn krachten besteedde om het christelijk geloof te herstellen van de slagen die de Arianen hadden toegebracht. Hij stierf te Vercelli in 371.

Uit een brief van de heilige Eusebius, bisschop van Vercelli († 371)

Ik heb de wedloop voleind, het geloof bewaard.

Ik heb begrepen, dierbare broeders en zusters, dat jullie, zoals ik het ook verlangde, ongedeerd zijn gebleven. Het lijkt wel alsof ik plotseling door iemand ben meegenomen vanuit het uiteinde van de wereld, zoals het eens met Habakuk gebeurde die door een engel tot bij Daniël gebracht werd (vgl. Dan. 14, 32-39). Op die wijze meen ik nu tot jullie te zijn gekomen. Terwijl ik jullie brieven stuk voor stuk doorlas en terwijl ik daarin jullie heilige gezindheid en liefde vernam, vermengden zich tranen met vreugde, en mijn geest die wel verder wilde lezen, werd daarbij gehinderd door de opwellende tranen. Toch was dat onvermijdelijk. In zo’n geval willen allerlei gevoelens elkaar in uitingen van genegenheid overtreffen om het gemis goed te maken. Dagenlang was ik hiermee bezig; het leek wel alsof ik met jullie praatte; en zo vergat ik mijn eerdere kwellingen. Want van alle kanten omgaven mij gevoelens van vreugde: bij de ene vreugde heb ik jullie standvastig geloof ervaren, bij een andere jullie liefde, bij weer een andere de vruchten van geloof en liefde. Ik zag mij gesteld voor zo vele en zo grote weldaden en ik waande mij plotseling, zoals ik hierboven al gezegd heb, niet meer in ballingschap maar te midden van jullie.
Ik verheug mij daarom, dierbare broeders en zusters, over jullie geloof, over het heil dat daaruit voortkomt en over de vruchten ervan. Van die vruchten geven jullie niet alleen hier en nu blijk, maar zij reiken nog verder. Zoals een boer zich inspant voor een goede boom die juist omwille van de vruchten niet gekapt wordt of blootgesteld wordt aan de vlammen, zo ook willen en verlangen wij jullie niet alleen te dienen naar het vlees, maar ook ons leven te geven voor jullie heil.
Overigens heb ik deze brief slechts zo goed en zo kwaad als het ging kunnen voltooien. Daarbij heb ik steeds aan God gevraagd dat Hij uur voor uur mijn bewakers in toom hield. Ook heb ik gevraagd dat Hij het mogelijk maakte dat de bode die ik heb gestuurd, jullie liever niet moest berichten over mijn moeizaam werk, maar dat hij beter jullie gewoon de brief met mijn groeten kon overhandigen. In dit verband vraag ik met nadruk om met alle mogelijke waakzaamheid het geloof te bewaren, om de eensgezindheid in stand te houden, om onafgebroken aan ons hier te denken en om jullie toe te leggen op de volgende smeekbeden: moge de Heer zijn kerk, die over de hele wereld moeilijke tijden doormaakt, bevrijden en mogen wij allen die onderdrukt worden, eenmaal bevrijd, ons samen met jullie verheugen.
Tevens doe ik, in naam van de goddelijk barmhartigheid, een beroep op jullie en ik vraag het volgende: laat iedereen zich met deze brief persoonlijk gegroet weten. Door de omstandigheden gedwongen, kon ik niet ieder afzonderlijk een brief schrijven, zoals ik dat gewoonlijk wel doe. Zodoende doe ik in deze brief een beroep op jullie allen, broeders, maar ook op jullie, heilige zusters; op alle zonen en dochters, kortom op elk geslacht doe ik een beroep en ik richt mij tot elke leeftijd: mogen jullie, tevreden met de groeten, mij gehoorzamen en de moeite nemen om ook hen te groeten die niet tot de kerk behoren en ons toch willen beminnen.