zaterdag 18 december 2021

De O-antifonen - een dubbel naamdicht (acrostichon)

In de vroege christelijk tijd waren de )-antifonen reeds bekend en in gebruik. De vroegste verwijzing is uit de vijfde of zesde eeuw. Zie Fr. Williams Saunders "What are the "O Antiphons"? Wie de auteur is, is (nog?) niet bekend. We weten immers niet, wat we niet weten: bronnenonderzoeken gaan door tot op de dag van vandaag.


We weten wel dat de O-antifonen bij elkaar horen. Waarom?

In de O-antifonen wordt Christus aangeroepen met zeven verschillende Messiaanse titels, één voor elke dag:

O Sapientia (Wijsheid),
O Adonaï (Heer),
O Radix Jesse (Wortel van Jesse),
O Clavis David (Sleutel van David),
O Oriens (Dageraad),
O Rex Gentium (Koning der volkeren),
O Emmanuel (God met ons).’

Deze titels vormen in het Latijn in omgekeerde volgorde de woorden ERO CRAS, wat betekent: 'Morgen zal ik er zijn'.
Zo geven christenen uiting aan hun diepe verlangen en verwachting dat Christus (de Messias) in de Kerstnacht zal komen om ons te redden.

Van voor naar achter wordt ook nog een acrostichon gezien in de beginletters namelijk SARC ORE sarx voor lichaam en ore voor os (mond). Het Woord is vlees geworden ("et incarnatus est").

Litterair wordt deze stijlfiguur een acrostichon genoemd ook wel genoemd naamdicht – de beginletters vormen in onderlinge samenhang een verwijzing. Zo vormen bijvoorbeeld ook de beginletters van de vijftien coupletten van het Wilhelmus de woorden WILLEM VAN NASSOV. Wie trouwens de auteur is van het Wilhelmus uit de zesde eeuw is ook niet met zekerheid bekend, ook al zijn daarover een aantal theorieën.

Wie de componist is van de O-antifonen, weten we ook niet. Wel weten we dat in later eeuwen componisten muziek hebben geschreven voor de teksten, bijvoorbeeld Charpentier in de zeventien de eeuw en Vaughan Williams in de negentiende eeuw. Hieronder staan volgen enkele composities.