zondag 3 april 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Dominica V Quadragesimæ Festum Domini proximum non verbis sed operibus implemus. Het komende Feest des Heren vieren wij niet met woorden maar met daden.


Ad Officium lectionis


Lectio altera
Ex Epístolis paschálibus sancti Athanásii epíscopi
(Ep. 14, 1-2: PG 26, 1419-1420)

Tweede lezing

Uit de Paas-brieven van de H. Athanasius, bisschop
(Ep. 14, 1-2: PG 26, 1419-1420)

Het komende Feest des Heren vieren wij niet met woorden maar met daden

Dat Woord is ons nabij, dat alles voor ons is geworden, ik bedoel: Onze Heer Jezus Christus, die belooft onafgebroken bij ons te zullen blijven.
Daarom roept Hij uit: Zie, Ik ben met u alle dagen der wereld. Maar zoals Hij de Herder is, de Hogepriester, de Weg en de Deur, en tegelijk alles voor ons geworden is, zo is ook dit feest en deze plechtigheid voor ons zichtbaar geworden, zoals de zalige Apostel zegt: Ons Paaslam Christus is voor ons geslachtofferd, De Christus, die werd verwacht. Maar het lichtte ook op bij het gebed van de Psalmist, toen hij sprak: Mijn gejubel, ontrukt mij aan hen die mij omringen.  Dit is het ware gejubel, dit is de echte plechtigheid, namelijk de uitbanning van alle kwaad. Opdat eenieder daartoe kome, moet hij onberispelijk zijn en met zijn geest zich oefenen in de rust, die in de vreze Gods opgesloten ligt.

Dat was ook het geval met de heiligen: zolang zij leefden verheugden zij zich heel hun leven lang als op een feest. Een van hen, namelijk de zalige David stond ‘s nachts op, niet eenmaal maar zeven maal, en stemde God gunstig door zijn gebeden. Een ander, de grote Mozes, verheerlijkte God in zijn gezangen en zong zijn lof om de overwinning op de Pharao behaald en op hen, die de Hebreeën met zware arbeid onderdrukt hadden. Later vervulden anderen met voortdurende vreugde hun heilig dienstwerk, zoals de grote Samuël en de zalige Elias, die door de verdienste van hun deugden de vrijheid verkregen en nu feest vieren in de hemel, terwijl zij zich verblijden over hun vroeger pelgrimeren in schaduw, maar thans de waarheid kunnen onderscheiden van de voorafbeelding.

Maar nu wij het plechtig feest vieren, welke wegen zullen wij dan inslaan? En nu wij dit feest naderen, wie zullen wij dan als leider hebben? Niemand anders voorzeker, mijn geliefden, dan Hem, die gij zelf met mij onze Heer noemt, Jezus Christus, die zegt: Ik ben de weg. Hij is het zoals de heilige Johannes zegt: die de zonden van de wereld wegneemt. Hij zuivert onze zielen, zoals de profeet Jeremias ergens zegt: Gaat op de wegen staan en kijkt en ziet welke de goede weg is en op de weg zult gij zuivering vinden voor uw zielen.

Vroeger was het bloed van bokken en de besprenkeling met de as van een jonge koe over onreinen geschikt slechts het lichaam te reinigen; maar nu wordt eenieder overvloedig gereinigd door de genade van het Woord Gods. Als wij nu bereid zijn Hem te volgen, zal het ons toegestaan zijn hier als in de voorhoven van het hemels Jeruzalem een voorsmaak te hebben van het eeuwig feest; zoals ook de zalige Apostelen, die de Verlosser als hun Leider volgden, en toen onze leermeesters waren van die genade en die dit nu nog zijn; want zij zeiden: Zie, wij hebben alles verlaten en zijn U gevolgd. Wij volgen namelijk de Heer ook; en vieren het feest des Heren niet alleen met woorden maar ook met daden.